De zelfbehandeling, die men ook « autoperfusie » of « thuisbehandeling » noemt, is een manier om zichzelf te behandelen, zonder naar het ziekenhuis hoeven te gaan of zonder beroep te moeten doen op een arts. In essentie omvat dit de toediening van stollingsfactor. De patiënt maakt de producten klaar voor de injectie, prikt zichzelf in de ader en spuit het product in. In het geval van een ernstige hemofiliepatiënt, wordt dit ritueel driemaal per week herhaald, volgens het behandelingsprotocol of behandelingsschema.

 

Deze behandelingsprocedure is natuurlijk niet vatbaar voor improvisatie! Dit moet aangeleerd worden. En dit kan perfect aangeleerd worden! De behandelingscentra stellen aangepaste opleidingen voor. Ter gelegenheid van de stages voor hemofiliekinderen, jaarlijks georganiseerd door de Hemofilievereniging, wordt een initiatie van de zelfbehandeling "onderwezen" door professionele gezondheidswerkers (kinderarts en verpleegkundigen).

De behandeling door de patiënt zelf ontslaat hem helemaal niet van regelmatige medische controles, noch van het plichtsgetrouw noteren van de injecties in een logboekje (met data, lotnummer, hoeveelheden, het waarom en waarvoor). De hemofilie referentieartsen moeten regelmatig de doeltreffendheid van de voorgeschreven behandeling evalueren, meer bepaald in verhouding tot een preventieve behandeling, om de toe te dienen dosis te bepalen (in functie van het gewicht, maar ook van bepaalde bloedparameters gekoppeld aan de recuperatiewaarde van de factor VIII of de factor IX in het bloed na een injectie).

De zelfinjectie heeft een aantal voor de handliggende voordelen, waaronder de onafhankelijkheid van de patiënt (en van zijn familie), de mogelijkheid om zich vrij en gemakkelijk te verplaatsen op reis, de regelmaat van een preventieve behandeling (profylaxe), de interventiesnelheid (in geval van curatieve behandeling of in spoedgevallen).

Bij een ernstige hemofilie moet men de zelfinjectie noodzakelijkerwijze goed beheersen en zelfs aangeleerd zijn in de puberteitsjaren; want deze techniek laat gewoon toe om "beter te leven" met hemofilie, zonder er steeds en altijd de zware lasten ervan te moeten dragen.

Voordat de jonge patiënt de prikprocedure volledig onder de knie heeft (rond 10/12 jaar), is het dikwijls zo dat de ouders zelf hun kind leren prikken. Er bestaan ook aangepaste oplossingen wanneer de toegang tot de aders te moeilijk is, wat toch dikwijls het geval is bij de kleine kindjes.