21
          
        
        
          
            Genetica, Draagster, Ouderschap
          
        
        
          Ondertussen groeien in het labo de
        
        
          bevruchte eicellen verder en op dag 5
        
        
          weten wij welk embryo geschikt is om
        
        
          in de baarmoeder ingeplant te worden.
        
        
          We plaatsen geen jongetjes terug die
        
        
          de mutatie hebben. We bespreken
        
        
          op voorhand met de ouders of zij een
        
        
          draagstermeisje ook ingeplant willen
        
        
          hebben of niet. Dus hier bespreken wij
        
        
          of de ouders die problematiek willen
        
        
          besparen voor de meisjes of niet. En
        
        
          dan gaan wij daarop in. Het gebeurt dat
        
        
          ouders op voorhand de keuze maken
        
        
          om geen draagster te laten inplanten.
        
        
          Maar als het zich uitwijst dat het enige
        
        
          beschikbare embryo vrouwelijk is
        
        
          en drager van de mutatie, dan is het
        
        
          best mogelijk dat zij die toch ingeplant
        
        
          willen hebben. Misschien is dat niet
        
        
          bij de eerste behandeling zo, maar na
        
        
          enkele pogingen gebeurt dit toch wel.
        
        
          Daar waar de zwangerschapsafbre-
        
        
          king (abortus) psychologisch heel
        
        
          zwaar kan zijn, zo kan een misluk-
        
        
          king van een IVF/PGD behandeling
        
        
          ook zwaar zijn. En dat gebeurt toch
        
        
          heel regelmatig want de kans op een
        
        
          zwangerschap na IVF met pre-implan-
        
        
          tatie diagnose is maar 20 of 30%,
        
        
          waarbij de leeftijd een bepalende
        
        
          factor is. Hoe ouder, hoe minder
        
        
          kans. Er wordt aan de ouders gezegd
        
        
          dat, indien zij willen starten met deze
        
        
          behandeling, zij ook best starten met
        
        
          de bedoeling twee tot drie behande-
        
        
          lingen te ondergaan om aldus de kans
        
        
          op slagen te vergroten. We hebben
        
        
          ook een aantal koppels dat afhaakt
        
        
          omdat het niet lukt.
        
        
          
            
              Moeten die
            
          
        
        
          
            
              vrouwen dan
            
          
        
        
          
            
              telkens die hormonale
            
          
        
        
          
            
              behandeling ondergaan?
            
          
        
        
          Neen, niet telkens. Bij de eerste
        
        
          twee cycli plaatsen wij één embryo
        
        
          terug als de vrouw jonger is dan 36
        
        
          jaar (bij wet vastgesteld en dit om
        
        
          twee en drielingen te vermijden).
        
        
          Dan zullen wij de overige embryo’s
        
        
          die geschikt zijn voor een implan-
        
        
          tatie invriezen om bij een volgende
        
        
          menstruele cyclus te gebruiken.
        
        
          Echter, er bestaat het risico dat een
        
        
          ingevroren embryo minder kansen
        
        
          biedt op een geslaagde zwangerschap.
        
        
          Indien alle ingevroren embryo’s
        
        
          teruggeplaatst zijn, dan moet men
        
        
          de hele cyclus weer ondergaan. Bij
        
        
          wet vastgesteld, mag een vrouw zo
        
        
          zes pogingen ondergaan, die telkens
        
        
          betaald worden door de ziekenkas.
        
        
          Patiënten betalen wel de remgelden.
        
        
          Maar al bij al is de kostprijs voor
        
        
          de patiënt redelijk. Een behandeling
        
        
          kost echter meer dan wat de patiënt
        
        
          vandaag betaalt. We onderhandelen
        
        
          dan ook met de overheid voor een
        
        
          betere terugbetaling van de pre-
        
        
          implantatie genetische diagnose.
        
        
          Indien dit niet lukt, dan zullen wij
        
        
          toch aan de patiënt een hogere som
        
        
          moeten vragen.
        
        
          Tenslotte is er in geval van kinder-
        
        
          wens bij een genetisch risico nog
        
        
          de mogelijkheid van eiceldonatie,
        
        
          maar deze is eerder theoretisch of
        
        
          uitzonderlijk.
        
        
          →